F.A.Q.
1) Is Stevia veilig voor diabetici (suikerzieken)?
2) Zijn de ‘suikerdeeltjes’ van stevioside veilig voor diabetici?
3) Wat is de uitwerking van Stevia of stevioside op de glycemie of bloedsuikergehalte?
4) Is stevioside kankerverwekkend?
5) Hoeveel steviol wordt opgenomen door het colon? Wat gebeurt hiermee?
6) Is Stevia veilig voor patiënten met fenylketonurie (PKU)?
8) Beïnvloeden Stevia of stevioside de vruchtbaarheid?
9) Welke hoeveelheid aan Stevia of stevioside mag je innemen per dag?
10) Hoeveel stevioside of gedroogde blaadjes Stevia zijn aangewezen bij gebruik als zoetstof?
11) Kan dit extract suiker vervangen in de voeding?
12) Wat is er geweten over tandhygiëne en Stevia of stevioside?
13) Kunnen Stevia en stevioside gebruikt worden bij koken en bakken?
14) Wat is de eigenlijke samenstelling van Stevia-extract?
15) Hoe bereid je dit Stevia-extract?
16) Wat is de wettelijke status van Stevia en stevioside?
17) Zijn steviolglycosiden veilig voor zwangere vrouwen en het ongeboren kind?
1) Is Stevia veilig voor diabetici (suikerzieken)?
Ja, Stevia en stevioside zijn absoluut veilig, als ze gebruikt worden als zoetstof (Boeck-Haebisch, 1992; Geuns, 2010). De langdurige studie van Chan en medewerkers (2000) met vrijwilligers zonder symptomen van suikerziekte, heeft aangetoond dat de biochemische bloedparameters niet veranderen, bij inname van 250 mg stevioside 3 x per dag, gedurende 1 jaar.
Bovendien doet Stevia de suikerspiegel in het bloed helemaal niet oplopen (glycemische index = 0), zet dus niet aan tot insuline-activiteit en vetopslag en heeft daar bovenop nog eens een calorie-inhoud gelijk aan 0.
2) Zijn de ‘suikerdeeltjes’ van stevioside veilig voor diabetici?
De glucose-deeltjes van een steviosidemolecule zijn gebonden via β-glucosidische bindingen, die niet afgebroken worden door de enzymen van het maagdarmkanaal van de mens. Stevioside wordt dus niet opgenomen door de dunne darm en migreert verder onaangetast tot in de dikke darm. Daar gebeuren, door de activiteit van bacteriën ter hoogte van het colon, wel omzettingen: stevioside wordt afgebroken in steviol en glucose. Voor elke gewichtseenheid stevioside ontstaan in het colon op die manier ca. 0.6 eenheden glucose.
Vertrekken we van de totale hoeveelheid toegevoegde suiker in de voeding (d.i. ongeveer 131 g per persoon per dag, in België), dan zou, om deze te vervangen, nog geen 400 mg stevioside nodig zijn. Dit betekent dat in het colon zowat 240 mg glucose zou worden vrijgesteld. Men mag inschatten dat ongeveer 1/3 van deze hoeveelheid door de colonflora zelf benut wordt. Een ander 1/3 wordt uitgescheiden en het overige 1/3 (dus: ca. 80 mg) wordt opgenomen. Dit laatste kan vanzelfsprekend als een te verwaarlozen hoeveelheid gezien worden.
Zie ook FAQ bij steviol.
3) Wat is de uitwerking van Stevia of stevioside op de glycemie of bloedsuikergehalte?
Noch de blaadjes zelf, noch het stevioside veroorzaken een verhoging van de glycemie. Omwille van deze eigenschap, waarbij dus geen insuline-activiteit wordt opgeroepen en geen stimulus tot vetopslag ontstaat, zijn deze plant en haar extract een ideale en veilige, en bovendien volledig natuurlijke zoetstof en dus een uiterst interessant alternatief voor de artificiële stoffen (Bijv. aspartaam, sacharine, sucralose e.a.) die tegenwoordig zo in zwang zijn in de Westerse wereld. Vanzelfsprekend kan je Stevia-extract of stevioside net zo min gaan aanwenden ter verhelping van een te lage suikerspiegel of hypoglycemie, als de andere genoemde zoetstoffen. Hiervoor dien je je arts te raadplegen.
4) Is stevioside kankerverwekkend?
Neen, allesbehalve! Stevioside, dat niet wordt afgebroken en opgenomen in het maag-darmkanaal, wordt enkel in het colon door de aanwezige flora omgezet tot glucose en steviol.
Er is onderzoek verricht op deze stof en zijn mogelijke mutagene effecten (d.i. het veroorzaken van wijzigingen in het erfelijk materiaal). Zo werd bij een uiterst gevoelige bacteriestam, nl. Salmonella typhimurium (TM 677), een zwakke mutagene werking van steviol (90% zuiverheid) beschreven, te vergelijken met bijvoorbeeld ca. 1/3000 van het effect van 3,4-benzopyreen (een duidelijk carcinogene stof). De auteurs van deze en gelijkaardige studies konden met een gerust geweten besluiten dat stevioside bij gebruik als zoetstof veilig is.
Bovendien werd tot hiertoe niet de minste aanwezigheid van steviol of aanverwante chemische stoffen in het bloed bewezen.
Ook wetenschappelijke proeven op hamsters, ratten en muizen wezen allerminst op mogelijke kankerverwekkende eigenschappen. Integendeel, er werden zelfs zeer significante remmende effecten van stevioside op tumorgroei gerapporteerd (Yasukawa et al., 2002; Konoshima & Takasaka, 2000). Op deze basis concludeerden de betrokken wetenschappers dat stevioside een waardevolle natuurlijke zoetstof is, met een preventieve werking tegen kankers die uitgelokt worden door bepaalde chemicaliën.
Ook na jarenlang gebruik van Stevia of stevioside (bijv. in Paraguay: meer dan 500 jaar; in Japan: meer dan 35 jaar; in Zuid Korea: 20 jaar; in Brazilië: 20 jaar; in China: 15 jaar; in de VS: sinds 1995 toegepast als dieetsupplement), bleek nergens dat er een schadelijke invloed zou (geweest) zijn op het voorkomen van kankers in bevolkingsgroepen.
5) Hoeveel steviol wordt opgenomen door het colon? Wat gebeurt hiermee?
Als al de toegevoegde suiker (voor België: 131 g suiker/persoon/dag) zou vervangen worden door stevioside, wat nagenoeg onmogelijk is, heb je zowat 400 mg nodig per dag. Afbraak in het colon door de daar aanwezige flora geeft ongeveer 160 mg steviol (en 240 mg glucose). Een groot deel van het steviol wordt uitgescheiden via de stoelgang; de rest wordt opgenomen en in gebonden vorm als steviolglucuronide uitgescheiden in de urine. Er kon tot zover geen vrij steviol worden waargenomen in het plasma, zelfs niet na een orale inname van 750 mg stevioside per persoon en per dag (= ± 12 mg/kg lichaamsgewicht). De maximale concentratiepiek aan gebonden steviol bedroeg zowat 20 mg/l plasma, wat ver onder de waarden ligt die gevonden werden in een gelijkaardige studie, maar bij hamsters. Hier merkte men een vrije steviolconcentratie van ca. 102 mg/l plasma, na orale inname van 250 mg steviol per kg lichaamsgewicht. Geen enkel nadelig effect werd trouwens waargenomen.
Vermits de gemiddelde mens merkelijk minder dan 400 mg stevioside per dag zou gebruiken, zal de waarde aan gebonden steviol in het bloedplasma de 10 µg/ml niet overschrijden. Alle gebonden steviolderivaten worden uitgescheiden in de urine.
6) Is Stevia veilig voor patiënten met fenylketonurie (PKU)?
Ja, Stevia en stevioside zijn volkomen veilig, vermits de chemische structuur van stevioside een diterpeenglucoside is en dus totaal verschillend van aspartaam, dat wel fenylalanine bevat en zodoende uit den boze is voor PKU-patiënten.
In een studie met 60 menselijke proefpersonen (vrijwilligers, allen met hypertensie of hoge bloeddruk) werd stevioside (250 mg driemaal per dag) toegediend gedurende één jaar (Chan et al., 2000). Na 3 maanden bleken de systolische en diastolische bloeddruk significant gedaald, en dit effect bleef voortduren het hele jaar lang. De biochemische bloedparameters, inclusief glucose en lipiden, vertoonden geen significante wijzigingen. Geen enkel ongunstig effect werd waargenomen en ook qua inschatting van de levenskwaliteit viel niets onregelmatigs op te merken. De vorsers besloten dat stevioside een goed verdraagbare en werkzame stof is die kan beschouwd worden als een alternatieve of bijkomende behandeling voor patiënten met hypertensie. Bloeddrukdaling werd waargenomen, maar geen effecten op de mannelijke potentie, die als een karakteristiek voor goede levenskwaliteit geldt. In de behandelde groep personen was de gemiddelde bloeddruk, bij de aanvang van de studie, ongeveer 166/102 mm Hg. Aan het eind van het onderzoek, was deze gedaald tot 153/90 mm Hg. Daarentegen werden geen significante reducties vastgesteld in de placebo groep. Liu en medewerkers (2003) merkten op dat het onderliggende mechanisme van het bloeddrukverlagend effect van toegediend stevioside bij honden (200 mg/kg lichaamsgewicht), te wijten was aan een afremmen van de instroom van calcium-ionen vanuit het extra-cellulair vocht.
8) Beïnvloeden Stevia of stevioside de vruchtbaarheid?
Nee, hierover is men het nu wel eens in de wetenschappelijke wereld van Stevia-onderzoekers! Waar nu en dan besluiten van studies opdoken die spraken over ‘verminderd aantal levende geboorten’ bij ratten (Planas en Kuć, 1968), of ‘mogelijke verminderde vruchtbaarheid van mannetjesratten, bij een aanzienlijke dosis Stevia-extract’ (Melis, 1999), werden deze even snel weerlegd door andere studies met meer proefdieren en in beter controleerbare omstandigheden. Daarom kan men met stelligheid concluderen dat de geobserveerde nadelige effecten van bovengenoemde studies, zeker niet aan het stevioside te wijten zijn. Bovendien waren de aangewende concentraties aan extract zo extreem hoog, dat deze, voor een volwassen persoon van 65 kg, zouden overeen komen met de inname van meer dan 50 % van het lichaamsgewicht aan verse Steviablaadjes per dag! Je kan je terecht vragen stellen naar de zin en waarde van zulke experimenten…
9) Welke hoeveelheid aan Stevia of stevioside mag je innemen per dag?
In 2008 stelde JECFA een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI = acceptable daily intake) van 0-4 mg steviolequivalenten voor, hetgeen overeenkomt met 10 mg stevioside of 12 mg rebaudioside A/kg lichaamsgewicht. Met de vooropgestelde ADI van 0-4 mg steviolequivalenten per kg lichaamsgewicht, mag een volwassen persoon van 65 kg 650 mg pure stevioside of 780 mg rebaudioside A per dag consumeren, wat – praktisch gezien, niet zal gebeuren gezien deze producten zeer zoet zijn en de berekende waarden hoger zijn dan nodig is om alle toegevoegde suiker te vervangen.
10) Hoeveel stevioside of gedroogde blaadjes Stevia zijn aangewezen bij gebruik als zoetstof?
Dit hangt volledig af van het gehalte aan zoetstof in de gedroogde Steviablaadjes. Op het drooggewicht kan dit variëren van 6 tot 15 %. Vandaar dat gedroogde blaadjes zowat 18 tot 45 keer zoeter zijn dan suiker. Qua zoetkracht komen 100 g droge blaadjes (à 6 % stevioside) overeen met 1800 g suiker; met 4500 g suiker indien er 15 % stevioside-inhoud is.
Pure stevioside is niet te koop in de kleinhandel en wordt enkel in de voedingsindustrie gebruikt. Het wordt altijd gemengd met andere stoffen om de extreme zoetheid te verdunnen en het afmeten voor dagelijks gebruik te vergemakkelijken. Meestal wordt stevioside op 1/10 gemengd met een draagstof, zodat je een product hebt dat ca. 30 keer de zoetkracht heeft van suiker.
Maar zelf voorzichtig uitproberen bij elk nieuw staal, is geen overbodig advies. Je neemt gemakkelijk teveel, waardoor je smaakpapillen overprikkeld worden.
Je kan Stevia in verschillende vormen vinden:
– vloeibaar concentraat: makkelijk af te meten in druppels (lichte dropsmaak)
– wit poeder (stevioside-extract): voor mespunt-gebruik; algemeen ingeburgerd in Japan; vaak gemengd met de draagstof ‘maltodextrine’ (zwak tot mild zoet, maar wel met een eigen hoge glycemische index van 100). Vermits het product gemengd met maltodextrine meestal toch nog een 30 x zoeter is dan suiker, moet men dus ook 30 x minder gebruiken, zodat bij eindgebruik de glycemische index nog zeer laag is (ongeveer 3).
– verse Stevia-blaadjes: uiterst zoet (sterke dropsmaak), eventueel te gebruiken in slaatjes of in thee.
– poeder van gedroogd blad (sterke dropsmaak): aangeraden wordt om niet meer dan 5 g per dag te gebruiken en dit om te vermijden om de ADI te overschrijden. Bij een gehalte van 10 % zoetstoffen, bevatten 5 g gedroogde blaadjes dus 500 mg steviolglycosiden, en dit komt overeen meet ongeveer 150 g sucrose.
11) Kan dit extract suiker vervangen in de voeding?
Vooreerst mogen we zeker stellen dat de voedingsindustrie te grote hoeveelheden suiker toevoegt aan allerlei voedingswaren. Deze toegevoegde suikers zijn meestal volledig geraffineerd en hebben allesbehalve enig gezondheidsvoordeel. Op z’n best vertegenwoordigen ze gewoon lege calorieën. We hebben deze ‘vulstof’ niet nodig.
Voldoende verse groenten en fruit, in een gevarieerd aanbod en vergezeld van volwaardige granen, leveren voldoende suikers (vervat in hun eigen natuurlijke milieu), voor ons menselijk lichaam.
Stevia is heel wat zoeter dan suiker en vertoont geen enkele van de schadelijke effecten van suiker. Stevia of steviolglycosiden kunnen natuurlijk de benodigde suikers niet vervangen. Raadpleeg uw arts indien u meer wenst te weten.
12) Wat is er geweten over tandhygiëne en Stevia of stevioside?
Uit experimenten met albino ratten (Das et al., 1992), besloot men dat stevioside, noch de andere interessante zoetstof rebaudioside A cariogeen (tandcariës veroorzakend) zijn. Hoewel eerder hoge concentraties aan stevioside en Stevia-extracten de groei van bepaalde bacteriën zelfs zouden kunnen terugdringen, is deze eigenschap niet meteen veelzeggend, vermits bij gebruik als zoetstof de concentratie van een veel lager niveau is. Wat wel mag geopperd worden is, dat vervanging van sucrose door deze stoffen een voordelig effect zal hebben op de tandhygiëne in het algemeen. Bovendien zou Stevia op een niet onaardige manier bijdragen tot de preventie van cariës, mede dank zij haar compatibiliteit met fluoride en haar bewezen effect in het tegengaan van tandsteen.
13) Kunnen Stevia en stevioside gebruikt worden bij koken en bakken?
Ja zeker! Het smeltpunt van stevioside is 198 °C, zonder structuurverlies en zonder karamellisatie. Stevioside en rebaudioside A kunnen zonder problemen gedurende 1 uur verhit worden tot 140°C. Bij het bakken van een cake (20 min op 180°C) loopt de temperatuur binnen in de cake niet hoger op dan 95°C op het einde van het bakproces. Het wijdse gala aan mogelijkheden van steviolglycosiden binnen het keukengebruik: koken en bakken, toevoeging aan zure vruchten, enz…, is te danken aan de zeer goede hitte-bestendigheid, de pH-stabiliteit, het niet fermenteerbaar zijn en het uitblijven van verkleuring. Ook smaakverandering treedt niet op, in tegenstelling tot vele andere artificiële en natuurlijke alternatieven voor suiker.
14) Wat is de eigenlijke samenstelling van Stevia-extract?
Na het extraheren van blaadjes, bv. door alcohol-extractie, zitten in dit extract de 4 belangrijkste steviol-glucosides: stevioside, rebaudioside A, rebaudioside C en dulcoside A. Sinds lang weet men al dat, van deze 4, rebaudioside A de meest aangename smaak-eigenschappen heeft: het zoetst en het minst bitter. Een ruw bladextract is donker gekleurd omwille van de aanwezigheid van pigmenten uit het blad. De zoetstoffen kunnen via ingewikkelde processen worden opgezuiverd en gekristalliseerd tot kleurloze kristallen.
15) Hoe bereid je dit Stevia-extract?
Een vloeibaar extract wordt gemaakt van verse of gedroogde blaadjes van de Stevia-plant. Voeg pure alcohol (ev. brandewijn of whisky) toe aan een nagemeten portie bladeren of kruidenpoeder en laat het mengsel 24 uur staan. Filter dan het vocht van de blader- of poederrest (bijv. met een koffiefilter) en verdun met zuiver water, om te proeven. Je kan het alcoholgehalte verlagen door het extract zachtjes aan te verhitten, om zo een deel te laten verdampen.
Ook een zuiver waterextract kan bereid worden op een gelijkaardige manier, maar hierbij onttrek je niet zo veel zoete glucosiden als met alcohol.
Het laten inkoken zorgt voor het bekomen van een siroop.
16) Wat is de wettelijke status van Stevia en stevioside?
De Steviaplant en haar extracten worden al jarenlang (eeuwenlang in Paraguay) gebruikt als zoetmakers in Zuid-Amerika (Paraguay, Uruguay, Brazilië…), Azië (Japan, Zuid Korea, China), de VS en in verscheidene landen van de EU.
In Brazilië, Zuid-Korea en Japan zijn de Steviaplant zelf in verse of gedroogde vorm, stevioside en hoogwaardige opgezuiverde extracten officieel aanvaard en algemeen gebruikt in laag-calorische voedingswaren en als zoetstof. In de VS is het sinds 1995 als voedingssupplement in gebruik: Stevia-poeder en opgezuiverde extracten zijn courant te verkrijgen. Sinds 1997 besliste Europa dat Stevia als plant, en haar gedroogde blaadjes, een ‘novel food’ is, en Stevia werd niet goedgekeurd door de Europese Commissie omwille van “een gebrek aan kritische wetenschappelijke studies over Stevia en de discrepanties tussen de verschillende geciteerde onderzoeken, met bijzondere aandacht voor mogelijke toxicologische effecten van stevioside en meer bepaald zijn aglucon steviol “ (Kinghorn, 2002; Geuns, niet gepubliceerd). Sindsdien is er bijgevolg een totaal verbod op de verkoop in heel Europa.
In 2008 stelde JECFA (WHO) een ADI van 0-4 mg SVeq/kg bw voor (d.i. 10 mg ST of 12 mg RebA per kg bw. In Australië/Nieuw-Zeeland zijn de opgezuiverde extracten toegestaan als voedingsadditief, en in de USA hebben de steviolglycosiden het GRAS-statuut bekomen. In september 2009 werd in Frankrijk zeer zuiver rebaudioside A goedgekeurd als voedseladditief voor een periode van 2 jaar. Op 14 april 2010 publiceerde EFSA een positieve opinie over steviolglycosiden. Op 12 november 2011 werd de toelating voor steviolglycosiden in de EU gepubliceerd en steviolglycosiden zijn sinds 3 december 2011 toegelaten in de EU, hoewel nog niet in alle voedselcategorieën.
17) Zijn steviolglycosiden veilig voor zwangere vrouwen en het ongeboren kind?
Uit alle dierproeven die liepen over verschilllende generaties blijkt de veiligheid van steviolglycosiden. Ook injectieproeven van bevruchte kippeneieren, die zeer gevoelig reageren omdat er geen uitwisseling meer is met de moederdieren, maakten duidelijk dat er geen nadelige effecten te verwachten zijn.